Bron PZC.nl


door Remko Tanis


AMSTERDAM - De politie doet veel te weinig om loverboys aan te pakken. In de meeste regio’s kunnen de pooiers daardoor ongestoord doorgaan met het ronselen van meisjes voor de prostitutie. Dat stellen de criminologen Frank Bovenkerk en Marion van San in hun vandaag verschenen boek Loverboys.

De politie in Amsterdam geeft de aanpak van deze pooiers op de Wallen geen prioriteit.

Bordeelhouders laten vrouwen toe, ook als ze weten dat een loverboy haar tot prostitutie dwingt. De overheid is ondertussen vooral druk bezig met het verzinnen van projecten waarbij meisjes worden gewaarschuwd voor het gevaar van loverboys, zonder deze pooiers zelf aan te pakken.

In Amsterdam zien agenten loverboys en hun slachtoffers, maar als ze dat doorgeven aan de collega’s van de zedenpolitie verdwijnt de zaak in een zwart gat, aldus de criminologen.

Het beeld van een loverboy als de knappe, vaak allochtone jongen die met een vlotte babbel Nederlandse meisjes opwacht bij scholen, hen versiert en uiteindelijk de prostitutie in loodst, is volgens de onderzoekers onjuist.

Hulpverleners zeggen jaarlijks honderden slachtoffers tegen te komen, maar de criminologen vonden slechts zeer beperkte aantallen terug.

Onrust

De publieke onrust over loverboys is sterk etnisch beladen, stellen Bovenkerk en Van San. ze. „Het beeld is dat het om Marokkaanse daders gaat die blanke, onschuldige meisjes met hun avances overweldigen om ze daarna gewetenloos te exploiteren“, aldus de onderzoekers. Ze vonden echter slechts flinterdun bewijs dat dit beeld ondersteunde. Loverboy is volgens hen niets meer dan een verbloemende term voor wat deze jongens echt zijn: pooiers in de meest traditionele zin van het woord.

De politie kon gisteren niet reageren op de kritiek van de onderzoekers. GPD