Het "vernietigde" fotorolletje van Srebrenica
Op 24 juli 1995, als Dutchbat terugkeert op vliegbasis Soesterberg, hoort Majoor R. de Ruyter van de sectie inlichtingen en veiligheid van de MID/KL dat een filmrolletje van luitenant Ron Rutten uiterst gevoelig materiaal - bewijs van Servische oorlogsmisdaden - bevat. De Ruyter oppert aan generaal Couzy dat de Militaire Inlichtingendienst de film zo snel mogelijk in handen moet krijgen. Couzy gaat akkoord en De Ruyter haalt de volgende dag, 25 juli, bij Rutten thuis het rolletje op. De volgende dag rijdt De Ruyter naar de Frederikkazerne in Den Haag, waar adjudant H. Winkelman van de audiovisuele afdeling van de MID/KL hem staat op te wachten. Winkelman brengt het rolletje niet naar zijn eigen donkere kamer, maar naar die van de MID/KM, de inlichtingendienst van de marine. Bij het ontwikkelen van het filmpje gaat het echter fout, en de beelden worden daardoor gewist. Onderzoek van het Gerechtelijk Laboratorium zal later uitwijzen dat het ontwikkelen van de film van Rutten is mislukt in een mengsel van zeventig procent ontwikkelaar en dertig procent fixeer. 'Een menselijke fout', oordeelde Defensie later.
Toch blijven er vraagtekens rond de behandeling van het filmpje. Zo vermeldt het teruggevonden register van adjudant Winkelman 25 juli als de dag waarop het rolletje is binnengekomen, en niet 26 juli. Een vergissing volgens Winkelman, die verklaarde het rolletje later te hebben 'ingeschreven'. Dat hij in het register 'vernietigd' schreef, kwam doordat "het beeldmateriaal was vernietigd in het chemisch proces".[21]
Het raadsel rond het fotorolletje ging een eigen leven leiden. Op de opname zou duidelijk te zien zijn geweest dat Defensie van het begin af aan op de hoogte was van de massamoorden. Volgens de onderzoeksleider van het onderzoeksteam van de Koninklijke Marechaussee (‘Kodak-team’) uit 1995, Peter Rutten, ligt het fotorolletje nog ergens in het archief.[22][23]
Een probleem bij het achterhalen van de juiste toedracht werd in beide gevallen bemoeilijkt door weigering van de Serviërs aan de onderzoeken mee te werken. Sommige auteurs hebben wel geconcludeerd dat er onder de militairen van Dutchbat een uitgesproken anti-moslimstemming heerste. De leiding van Dutchbat zou volgens de Amerikaanse auteur David Rohde in zijn boek A Safe Area. Srebrenica: Europe's worst massacre since the Second World War zelfs pro-Servisch zijn geweest. Wetenschappelijk bewijs is daar echter niet voor geleverd.