Weergegeven resultaten: 1 t/m 1 van 1
  1. #1
    Geregistreerd
    10 juli 2007
    Last Online
    Gisteren @ 21:31
    Locatie
    op de grens
    Berichten
    2.745
    Discussies
    168
    Thanks
    2.721
    Thanked
    8.036 in 1.577 posts

    Standaard Thailand April 2018.

    Na de lange donkere koude winter vond ik het weer tijd worden voor een reisje naar de tropen. In Bangkok afgesproken met de plaatselijke Miss, die een paar dagen vrij had genomen voor een trip naar de bekende Bridge over the river Kwai. Maar eerst een heerlijke nacht met haar doorgebracht in het Nana hotel, dat trouwens (een deel van) de kamers heeft gerenoveerd. Het was echt een genot om weer eens een onvervalste DD vol te kunnen kalken. Maar wel na een uitgebreide zoen- pijp- en neukmarathon.

    De volgende ochtend reden we met haar auto naar Kanchanaburi, ik denk een goeie honderd kilometer west van Bangkok. In deze contreien zie je hoe dichtbevolkt dat land is. Evenals vorig jaar toen we samen naar Ayutthaya reden, het lijkt allemaal een grote agglomeratie. Overal bewoning en vooral handel langs de snelwegen. We namen een hotel aan de river Kwai, niet ver van de bewuste brug, en maakten een tripje met een aantal andere toeristen naar de beruchte Birma spoorlijn. Een nogal gemêleerd gezelschap, Aussies, Scandinaviërs, een paar Duitsers. Ik was de enige Farang met een Thaise tirak bij zich. En nog wel een die zo aan een modellen contest mee zou kunnen doen. Dan is het altijd vermakelijk om op de reacties van de anderen te letten. Knokige Zweedse en voluptueuze Duitse wijven hebben één ding gemeen, ze werpen je dezelfde afkeurende blikken toe. Ik kan het dan nooit laten om ze eens spottend toe te grijnzen. Terwijl aan de moeilijke gezichten van de heren goed te merken was, dat ze maar wat graag dat spook naast zich voorgoed in de grond zouden zien wegzinken. Zodat ze zich ook eens konden uitleven op een wulpse Thaise schone.

    Het busje had ons naar een halte van de spoorlijn gebracht, waar de trein ons later zou oppikken. Op die 700 kilometer hebben toch meer dan honderdduizend dwangarbeiders het leven gelaten. Die Jappen konden er wat van. In de plaatselijke nederzetting was zo’n simpel wegrestaurantje, waar je je voor omgerekend 1 euro ongans kunt eten in de Thaise curry. Maar wel massief teakhouten meubilair. Een 40 cm dikke schijf van een teakboom als tafelblad. Om maar eens de lokale contrasten aan te geven. Hier heeft de milieulobby nog geen poot aan de grond. Houwen zo. Het boemeltreintje sukkelde met de hele goegemeente aan boord terug naar Kanchanaburi. De hele rit de ramen open, want geen airco. Wat mij betreft prima, want ik wordt vaak doodziek van die dingen. De Farangtantes puffend en zwetend als otters, en kankerend op de hitte en op de echtgenoten die altijd overal de schuld van krijgen. Ik weet er alles van, heb thuis ook zo’n exemplaar zitten. En die zit daar prima. We bekeken nog even het museum, gelegen aan het ereveld van de gevallenen. Historische plaatsen hebben altijd wel mijn aandacht. De river Kwai bridge is een krakkemikkig geval. Er is een gezellige market bij, en een paar drijvende restaurants, waar je ook kunt overnachten als ik het wel heb.

    We dineerden op een van die botels en trokken ons terug op onze kamer. Nu was er in die badkamer een jacuzzi. En er hingen geen bordjes aan de muur dat dit, of vooral dat, niet mocht in het water. Dus vond er die avond iets plaats wat in de wellnessruimte van de meeste saunaclubs uitdrukkelijk verboden is. He wat voelde dat goed, je paal op en neer voelen gaan in zo’n strakke Thaise doos en die megatieten glibberend van het zeepsop tegen me aan. In geen tijden zo lekker klaar gekomen.

    Na twee dagen keerden we terug naar Bangkok, deden nog een paar Gogo’s op Nanaplaza. Waarbij me opviel dat men bezig is een overdekking over de place te bouwen. Zodat de bierbarren geen klandizie hoeven te verliezen door de tropische stortbuien die daar nu eenmaal af en toe losbarsten. Eén hete nacht later vertrok miss Bangkok weer naar haar werk en ik vertrok naar Pattaya, waar Eem al vol ongeduld zat te wachten.

    Ik was iets eerder in het hotel dan zij. Net tijd genoeg om een douche te nemen, toen er werd aangebeld. De kofferboy stond voor de deur met een inmiddels mij welbekend koffertje. Van om de hoek vloog ze me om de hals, en begon me zonder zich iets van die knaap aan te trekken uitgebreid de mond uit te likken. Grijnzend sloot hij de deur. We vielen op het bed neer en voorlopig had ik de handen meer dan vol aan dat geile loeder. Nadat we ons sufgeneukt hadden, regelden we een tripje naar Koh Chang voor de komende dagen. Zoals gebruikelijk dinner in the Beergarden, een drankje in de bar van haar vriendin, en terug naar de kamer voor de volgende ronde. Heerlijk zo’n geil wijf dat er geen genoeg van kan krijgen. Zal geen gelegenheid onbenut laten om even lekker te gaan tongen, tot in de lift onder de bewakingscamera aan toe. Of stiekem onder de tafel je pik stijf te friemelen. We reisden de volgende ochtend af naar Koh Chang en namen intrek in een klein resort aan White Sands Beach. Een paar jaar geleden was ik er al eens geweest, met een andere meid bij me. Het plaatselijke strand is mooi en ’s avonds zijn er overal dinnerparty’s onder de lampionnen, zoals op veel Thaise eilanden. Ook is er een redelijke barscene. Naar de kleinere eilanden neem je beter een meid mee als je niet alleen wilt slapen, maar op Chang lukt het nog wel om er ter plaatse een te scoren. Ik heb tenminste wel een en ander aan neukbaars gezien als we ’s avonds gingen biljarten.

    We wisselden de dagen wat af. Een stranddagje, een boottochtje om te snorkelen bij de kleine archipel ten zuiden van het eiland, een tochtje met de songthaew naar de waterval en de olifantenfarm, dan weer rust aan het strand, enz. Na een dag of vijf heb je op zo’n eiland het meeste wel gezien. We verkasten naar het volgende grote eiland, dicht tegen de Cambodjaanse grens aan, Koh Kut. Ja, dat is zo’n plek waar je het toch minstens eenmaal gedaan zou moeten hebben. Een speedboot bracht ons er. Voet aan land zetten op Koh Kut voelt aan of je geweide grond betreedt. We betrokken een bungalowtje dicht bij een mooi strand en voor het eerst neukte ik op een plaats die geografisch echt Kut heet. Dit eiland is vrij groot en heel dun bevolkt. Nog geen massatoerisme. Dus ook weinig faciliteiten. Mocht je een winkelziek wijf hebben, zoals mevrouw Uitgewandeld (de Nederlandse) dan is dit the place to be, want winkels van betekenis zijn er niet. Wat zou ze het kut vinden. Ik had het er in ieder geval uitstekend naar mijn zin met mijn Thaise tirak. Die geeft geen donder om winkels en zo heb ik ze ook veel liever. We huurden een motorbike en toerden wat rond. Nogal een heuvelachtig landschap. Op eigen gelegenheid wat eenvoudig te bereiken plaatsen bezocht. In de avond, after dinner, biljarten in een bar in de buurt. De laatste dag voor een paar uur een songtheaw met chauffeur gecharterd die ons de meer afgelegen plekken liet zien. Watervallen hebben ze hier wel, maar dan moet het eerst geregend hebben. Het eiland heeft een paar prachtige stranden en weinig toeristen. Ideaal als je de rust zoekt.

    Inmiddels begon het Thaise feest dat Songkran heet. Vorig jaar in Pattaya meegemaakt en dat was zodanig goed bevallen dat het om herhaling vroeg. Vervoer terug was zo geregeld, dat is dan weer het voordeel van omgang met een lokal. Die belt effe hier en daar heen en het is voor elkaar. Als je dat zelf moet doen en je krijgt iemand aan de lijn die een onverstaanbaar Thainglish uitkraamt dan is het maar de vraag hoe het afloopt. Het was letterlijk een behoorlijke kutreis terug naar Pattaya, vooral als je nagaat waar we vandaan kwamen. De oversteek met de catamaran naar de vaste wal verliep nog prima, maar verder onderweg liep het verkeer hoe langer hoe stroperiger. Pattaya zat echt muurvast. Second Road was een gekkenhuis, met overal watergooiers. De meest beruchte soi’s eveneens. Voor wie het niet kent, tijdens Songkran mag iedereen elkaar zeiknat gooien op straat. Uiteindelijk waren we dan toch waar we wezen wilden. Na het zoveelste hotelbed ingeweid te hebben, probeerden we maar eens om zo droog mogelijk in de Beergarden te komen. Dat lukte wonderwel via Beachroad. Ook in Walkingstreet viel het wel mee met de nattigheid. Tot zover tenminste wel.

    De volgende dag hadden de heer H. la Pasta en ik afgesproken in ’s werelds grootste hoerenstraat, soi 6. Daar staan voor elke bar een of meer watertonnen, die door de tankwagen gevuld worden. Vervolgens komt de ijswagen langs en kun je een stuk ijs doneren, zodat dat water ijskoud wordt. De hele tijd wordt er met emmers en spuiten de tegenoverliggende bar belaagd. Ook voorbijgangers moeten niet denken dat ze er droog langs komen. Wat opvalt, hoe meer ijs, hoe kouder het water, des te stijver worden de tepels van de meiden die een emmer vol over hun kop krijgen. Wat het meteen een miss wet T shirt contest lijkt te maken. Hasta had alvast een aardig kakelvers Isaan schatje bij zich, die de watersmijterij onwennig aanzag. Later veranderde dat wel en deed ze volop mee aan het spektakel.

    Mijn tirak is in eerste instantie geen grote fan van het Songkran gebeuren, omdat er nogal vaak ongelukken bij plaatsvinden. Maar dit in dit geval gaat ze wel mee, en eenmaal midden in het waterballet is ze gauw genoeg ontdooit. Hasta weet er alles van, want ze smeet hem nog een keer een handvol ijs in zijn broek tegen zijn kloten, waarop een van zijn tirakjes hem even de maat kwam nemen. Hoe kouder hoe kleiner luidt de theorie. Na een paar uur sukkel je dan zeiknat naar je hotel. Toch is er wel enige regel, want in de loop van de avond is het gedaan en kun je weer droog over straat.

    Na twee van zulke middagen kwam voor mij dan het onvermijdelijke afscheid van Pattaya en de Thaise mevrouw Uitgewandeld. De laatste ochtendwip. Het laatste ontbijt samen. Met frisse tegenzin vertrok ik naar Suvarnabhumi en kwam een dag later aan op Schiphol. Om deze tijd van het jaar is het contrast nog niet zo heel groot, want ook hier is het inmiddels aardig weer met de zomer voor de deur. Maar kom je in het najaar terug van je Thailandtrip dan voelt dat aan als het eind der tijden. Back to the fridge. In ieder geval was het weer een mooie tijd in Land of Smile, en er is reden genoeg om uit te kijken naar de volgende trip. Tot die tijd haal ik mijn gerief maar weer in de saunaclubs. Ook niet verkeerd, maar niet te vergelijken met het mooie Thailand.
    Er loopt hier heerlijk spul, dat precies past om je ***.
    En als ze ooit iets uitvinden wat nog lekkerder is, dan blijf ik dit er toch bij doen.
    Maar....als vrouwen zelf mogen bepalen wat ze doen.......dan is dat altijd en overal......het begin van het einde.

  2. Onderstaande 21 leden hebben noglangnietuitgewandeld bedankt voor deze bijdrage:

    Agronymus1 (19 april 2018),bierbeer (22 april 2018),brombeerzuid (19 april 2018),cheasehead ( 1 mei 2018),fervent (22 april 2018),fr_loper (19 april 2018),gignnl (19 april 2018),goei1163 ( 1 mei 2018),hasta la pasta (21 april 2018),jansenroy (25 april 2018),mechelen (22 april 2018),Meme Moo (26 april 2018),mynasch (14 mei 2018),peterp095 (19 april 2018),pret (20 april 2018),rmjhexe (19 april 2018),Sphinx (24 april 2018),Ties85 (23 april 2018),waterrat (26 mei 2018),Wijze grijze ( 7 mei 2018),Zultbroek81 (17 september 2018)

 

 

Regels voor berichten

  • Je mag geen nieuwe discussies starten
  • Je mag niet reageren op berichten
  • Je mag geen bijlagen versturen
  • Je mag niet je berichten bewerken
  •  
Forumsoftware: vBulletin®, versie 4.2.2
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.
Image resizer by SevenSkins
Copyright © 2005 - 2017, IJsberenforum
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 07:09.