Bron : AD.nl / Den Haag

Zes jaar na de opheffing van het bordeelverbod kunnen seksclubs maar net hun broek ophouden.

Ondernemer Wim Greijskamp (56) stelt dat steeds meer in de illegaliteit gebeurt.


DEN HAAG - Er heerst een groeiende ontevredenheid bij de Nederlandse seksbranche. Het grootste verwijt is dat de overheid wél het bordeelverbod in 2000 heeft afgeschaft, maar geen landelijk beleid heeft gemaakt. Regels worden per gemeente vastgesteld.


In Den Haag is het niet anders. Volgens de bordeelhouders wordt het de clubs en privéhuizen zo moeilijk gemaakt dat deze verdwijnen. Een ander gevolg is dat steeds meer vrouwen (en mannen), die er werken, in de illegaliteit verdwijnen. Eigenaar Wim Greijskamp van de aan de Thomsonlaan in stadsdeel Segbroek gelegen privéclub Paradise weet er alles van.


„Het is teveel willekeur geworden. En alle diensten werken langs elkaar heen. De brandweer komt controleren, politie, GGD, noem maar op. Bovendien moeten we ieder jaar een nieuwe vergunning aanvragen. Zelfs als er niets veranderd is. Dat kost 1250 euro leges. Welke andere branche maakt dit mee? Niet de hotels, waar escortdames hun werk doen en ook niet in de horeca.” Greijskamp constateert dat de overheid graag ziet dat de dames zelfstandig hun werk kunnen doen. Aan de andere kant worden sinds de opheffing van het bordeelverbod zoveel eisen aan de exploitant gesteld. „Ook op het gebied van personenregistratie en om de veiligheid en gezondheid van de prostituees te garanderen. Dan kan ik zo’n meisje al bijna niet meer een zelfstandige noemen. Terwijl ook het recht om dit werk vrijwillig te mogen doen, in feite al betekent dat de prostituee zelfstandig is. Toch blijf ik me verantwoordelijk voor zo’n meisje voelen. Ze heeft het zwaarste beroep dat er bestaat. Wat moet ze met een vent, die niet hygiënisch is of die ze niet ziet zitten. Dan hoeven ze van mij niet met zo’n klant mee.”


Volgens een onderzoek van het RIVM waren er vorig jaar in Den Haag naar schatting 1500 prostituees werkzaam, waarvan de helft van Nederlandse afkomst. Dertig procent is Latijns-Amerikaans, twintig procent is Oost- Europees en tien procent is afkomstig uit andere landen. De onderzoekers telden 200 ramen en 42 clubs in Den Haag. Volgens Greijskamp ligt het werkelijk aantal vrouwen, dat prostitutie bedrijft, veel hoger omdat er veel illegaal zijn gaan werken. Via 06-nummers, stiekeme escortbedrijfjes, taxichauffeurs die met fotoboeken werken en via portiers die weten wie ze moeten bellen. ,,De legalisering schrikt vrouwen, die in de seksbranche willen werken, alleen maar af. Ze willen geen zelfstandige zijn, maar ook niet in loondienst werken. Dát is de praktijk. Daardoor verdwijnen steeds clubs. Het is een illusie om te denken dat daarmee de prostitutie verdwijnt. Die is al zo oud als de weg naar Rome.”


De eigenaar van Paradise benadrukt nogmaals dat in de illegaliteit elke controle zoek is. „Als ondernemers kunnen we geen politieagent spelen maar we horen veel. Loverboys heb je in alle nationaliteiten. Die doen en laten met die meisjes wat ze willen. In een legale club of in een huis is dat anders. Als daar een klant vervelend doet of onbeschoft dan wordt hij even op zijn schouders getikt. Zo gaat dat.” De anonimiteit is voor de dames het belangrijkste. „De meeste doen het werk uit nood en niet voor hun plezier. Zodra het niet meer hoeft willen ze alles zo snel mogelijk vergeten en al helemaal niet als ‘hoer’ geregistreerd staan. Voor als er weer een nieuwe liefde in hun leven komt of als ze afgestudeerd zijn en bij voorbeeld een overheidsfunctie gaan bekleden.”