'Spetterpoepje en beertje'
NIJMEGEN - De liefste bijnaam die een havo-meisje voor haar vriendje verzon is: ,,Spetterpoepje.’’
,,Beertje’’ komt veel vaker voor als positief bedoelde bijnaam onder scholieren. Maar koosnaampjes zijn wel uitzonderingen. Het gebruik van bijnamen is zeer populair onder jongeren, maar de meesten zijn negatief bedoeld.
Dat is gebleken uit het onderzoek ,,Zij is een hoer, hij is stoer,’’ dat cultureel antropologe Marijke Naezer van de Radboud Universiteit Nijmegen heeft gedaan. Naezer onderzocht daarvoor eerst haar eigen vriendenkring en later een havo- en een vmbo-klas van het Etty Hillesum Lyceum in Deventer. ,,Ik ben geschrokken van de hoeveelheid kwetsende woorden die jongeren gebruiken. En ik deed het zelf ook wel,’’ aldus de 23-jarige onderzoekster,die tegenwoordig Vrouwenstudies aan de Universiteit Utrecht studeert.
Het gebruik van scheld- en bijnamen is de laatste tien jaar snel toegenomen onder jongeren. Naezer noemt dat wel zorgelijk: ,,Taal weerspiegelt een manier van denken en beïnvloedt dat ook. En de manier van denken is weer een richtlijn voor het gedrag van mensen ten opzichte van elkaar.’’
Naezer verzamelde hele lijsten van ingeburgerde kwalificaties. Zo noemen jongens een bangelijk meisje een ,,kipje’’ of een ,,pussy.’’ Een eenzaam meisje, dat anders is dan anderen, heet een ,,doos.’’
Een ,,basiskind’’ is een meisje dat nog kinderlijk is voor haar leeftijd: ,,Als ze door de school rennen met zo’n hele bos sleutelhangers aan hun tas,’’ aldus een Deventer havist.
Maar meisjes kunnen er onder elkaar ook wat van. Ze spreken over een anuskrekel of een reetkevertje als ze een seksegenote bedoelen die bekend staat als meeloopster. Een jongen die zich zo gedraagt is een wannabee. Een niet te subtiele jongen of meisje is een l.e.o. (lomp en onbenullig).
Meisjes noemen elkaar voor de grap wel ,,bitch’’ of ,,trut.’’ Jongens daarentegen begroeten elkaar soms met ,,klootzak’’ of ,,eikel.’’ ,,Dan laat je zien dat je extra goede vrienden bent’s die kunnen zoiets tegen elkaar zeggen,’’ legt een ondervraagde vmbo’ er uit.
Onder jongens is de benaming ,,player’’ niet negatief, maar als meisjes dat over een jongen zeggen, is het mis. ,,Een player is een heel verkeerde jongen die te veel meisjes pakt en die denkt dat hij knap is,’’ zo staat in het onderzoeksverslag.
Naezer vond dat zeer veel bijnamen seksueel getint zijn of alleen op uiterlijk gericht. ,,Het past binnen die leeftijdsgroep om daar veel mee bezig te zijn, maar sommigen zijn wel extreem,’’ verklaart zij. Een meisje met te blote truitjes heet onder jongens een ,,sletje’’ of een ,,sloerie.’’ Meisjes noemen zo iemand ronduit ,,hoer.’’ Als ze ook nog dik is, komt de benaming ,,koe,’’ ,,bloemkool’’ of ,,Betsie’’ voor.
En voor jongens is de allerergste scheldnaam ,,homo.’’ Naezer: ,,Dat staat blijkbaar voor alles wat ze niet willen zijn, al zijn sommige meisjes nog wel redelijk positief over homojongens.’’
De voornaamste voorwaarde om geen bij- of scheldnaam te krijgen is, aldus de scholieren, dat klasgenoten ,,gewoon’’ zijn en ,,normaal’’ doen. Slechts 20 tot 30 procent gebruikt om die reden een koosnaampje voor een geliefde: ,,Dat hoeft niet, die kan je ook gewoon bij haar naam noemen of zo,’’ is de verklaring van een vmbo-leerling.