Tegenwoordig staan de kranten en andere media vol over het linken van moslims aan aanslagen. Het artikel hieronder laat zien dat dat niet voor niks is.
Het is geen geheim dat, sinds de terreuraanslagen op de Twin Towers in New York, waarbij twee vliegtuigen drie torens in elkaar deden storten, de wereld vijandiger is geworden tegenover moslims. Een groot deel van deze haat wordt gefinancierd door extreem rijke donoren die er belang bij hebben om het gif van maatschappij-ontwrichtende moslimhaat te laten etteren in de samenleving. Aan de basis van deze hedendaagse haat staat een conferentie van Amerikaanse neoconservatieven, Israëlische ultranationalisten en ten minste honderden miljoenen dollars.
Een groot deel van de theorieën die verspreid worden over moslims zijn onwaar en worden voortgestuwd in een kleine, maar effectieve kring van prominente activisten die zich ook in reguliere krantenredacties weten te nestelen. Zij bedienen zich van islamofobe stereotyperingen en complottheorieën die rechtstreeks afkomstig zijn van pro-Israëlische haatgroepen. Zo wordt er onder zowel rechts als links gesproken over de populaire complottheorie islamisering of Eurabië, ooit beschreven door de Egyptisch-joodse Bat Ye’or, waarin wordt uitgelegd hoe Europa planmatig demografisch wordt overheerst door moslims.
Deze activisten proberen de autochtone bevolking in het westen ervan te overtuigen dat moslims een demografische dreiging vormen. De echokamers van moslimhaat waarbinnen deze boodschap versterkt wordt, is zeer beperkt, maar uiterst effectief. Denk daarbij aan bekende islamofobe namen van complotdenkers zoals Pamela Geller, David Horowitz, Daniel Pipes, Robert Spencer, Lars Hedegaard, Wafa Sultan, Michelle Bachmann, Louie Gomert, Marine le Pen, Heinz-Christian Strache, Filip de Winter, Aryeh Eldad, Bosch Fawstin, Avigdor Liebermann, maar ook aan Nederlandse namen zoals Geert Wilders, Paul Beliën, Paul Cliteur, Thierry Baudet, Leon de Winter, Ayaan Hirsi Ali, Theodor Holman, Afshin Ellian, Joost Niemöller, Chris Rutenfrans, Wim van Rooy en zoon Sam.
Deze mensen die vanuit hun hoedanigheid als activist, academicus, politicus of journalist onverdraagzaamheid tegen minderheden propageren en doelbewust aansturen op een politieke aardverschuiving, hebben allemaal in gemeen dat ze verregaande sympathie hebben voor de staat Israël en het liefst zien dat het inhumane beleid dat Israël toepast op de Palestijnen, ook in het westen wordt toegepast op moslims. Onder de financiers van deze groepen zijn onder andere mensen zoals de suikertante van moslimhaat, Nina Rosenwald, die een deel van haar fortuin gebruikte om de alliantie tussen pro-Israël groepen en islamofobe groepen te versterken.
$206 miljoen voor moslimhaat
In 2016 publiceerde de Council on American-Islamic Relations en de University of California Berkeley een onthullend rapport over het aandeel van haatgroepen in het aanjagen van moslimhaat in de Verenigde Staten. Zij identificeerden 74 groepen die tussen 2008-2013 in een periode van 5 jaar tijd $206 miljoen investeerden in het promoten van moslimhaat.
Onder hen is het Abstraction Fund dat is opgezet door Nina Rosenwald en waar Georgette Gelbard, ook directeur van het Gatestone Institute, secretaris van is; het Clarion Project van Raphael Shore, dat geld ontvangt van de casinomiljardair Sheldon Adelson, tevens sponsor van de Amerikaanse president Trump en de Amerikaanse VN ambassadeur Nikki Haley; het David Horowitz Freedom Center van David Horowitz, Daniel Pipes en Robert Spencer, waar de extreemrechtse politicus Geert Wilders jaarlijks financiering van ontvangt; het zionistische Middle East Forum van Daniel Pipes die ook een tijd lang geld doneerde aan Wilders; het American Freedom Law Center van Robert Muise en David Yerushalmi, dat gefinancierd wordt door het Abstraction Fund van Nina Rosenwald; de Center for Security Policy van Frank Gaffney die samen met de joods-Egyptische complotdenker Bat Ye’or de bedenker van de term Eurabië is; het Investigative Project on Terrorism van Steve Emmerson die wordt gezien als desinformatie-expert in de wereld van moslimhaat en waar ook Frank Gaffney, Daniel Pipes en Robert Spencer deel van uitmaken; Jihad Watch van Robert Spencer dat onder de paraplu van het David Horowitz Freedom Center opereert en tot slot Act! for America van Brigitte Gabriel, een prominente moslimhater die een vermelding heeft als eervolle Israël-propagandist op een lijst van het Hasbara Fellowship, waar de voormalige CIA-directeur James Woolsey samen met Robert Spencer in de adviesraad zit.
Volgens het Centre for American Progress hebben de top acht van de meest welvarende pro-Israël donoren tussen 2001 en 2012 ten minste $57 miljoen gedoneerd aan anti-moslim organisaties om complottheorieën zoals Eurabië mainstream te maken. Deze en andere complottheorieën zijn bedoeld om angst te creëren door te stellen dat moslims een demografische dreiging vormen en de sharia willen invoeren en door (politiek) geweld expliciet aan de islam proberen te verbinden. Deze zienswijze is langs obscure blogs van activisten, ook in Nederland, langzaamaan overgenomen door de mainstream media en doorgesijpeld in de politiek en inmiddels tot officieel regeringsbeleid verworden.
Israëlische connectie met moslimhaat
Terwijl we daden van moslimhaat en islamofobie dusdanig kunnen herkennen en benoemen, blijft er één aspect dat vaak onderbelicht blijft: de Israëlische herkomst van het westerse discours over terrorisme en moslimhaat. CJ Werleman onderzocht en schreef over de Israëlische connectie met moslimhaat in het westen. Ook Werleman refereert aan de pro-Israël haatgroepen die honderden miljoenen dollars uitgeven om moslimhaat in het westen te bevorderen. Professor Deepa Kumar, auteur van het boek Islamophobia and the Politics of Empire, zegt dat pogingen om islam aan terrorisme te verbinden in het publieke discours is gestart op een neo-con, door zionisten gefinancierde conferentie over Internationale terrorisme in 1979. Bekende gezichten op de conferentie waren de voormalige Amerikaanse president George H. Bush en de oprichter van de Likud Partij Menachim Begin.
Hoewel het eerste doel van de conferentie het verbinden van de strijd voor Palestijnse onafhankelijkheid aan terrorisme was, werd terrorisme in een conferentie vijf jaar later door Amerikaanse neocons en Israëlisch extreemrechts expliciet verbonden aan “Islamitisch en Arabisch radicalisme”. Vanaf het moment van deze conferentie werkten Amerikaanse neocons en zionisten samen om westerse beleidsmakers ervan te overtuigen dat “islamitisch terrorisme” de Marxistische dreiging ging vervangen als de grootste dreiging voor het westen. Werleman betoogt dat door islam te verbinden aan terrorisme neocons zich politiek indekten voor imperialistische ambities in het Midden Oosten, en zouden zionisten profiteren van westerse sympathie voor het onderdrukken van de Palestijnen.
Volgens wetenschapper Remi Brulin van de Universiteit van New York was de term terrorisme grotendeels afwezig in het Amerikaanse discours, totdat de Reagan-regering een smalle definitie van terrorisme begon te hanteren dat gebaseerd was op de neoconservatieve en zionistische bewegingen die de islam wilden verbinden aan terreur.
“Het discours over terrorisme is dus vol tegenstrijdigheden en inconsistenties,” zegt Brulin. Brulin betoogt dat deze smalle betekenis van terreur een diep politiek en ideologisch gedreven proces was, waarbij specifieke politieke actoren, van Amerikaanse politieke agitatoren tot Israëlische vertegenwoordigers, tot aan de Amerikaanse mainstream media, een centrale rol vervulden. Het doel van dit discours is volgens Brulin om te dehumaniseren en te delegitimeren, terwijl politiek geweld tegen deze groepen juist wordt gelegitimeerd, zoals we ook kunnen zien in het Nederlandse politieke en media-discours.
Pro-Israëlische denktanks en Amerikaanse neoconservatieve bewegingen staan hiermee aan de basis van de anti-moslim complottheorieën en negatieve stereotyperingen, die ook in Nederland steeds meer voet aan de grond beginnen te krijgen.
Met dank aan CAIR, CAP, CJ Werleman en Halima Kazem voor hun waardevolle research.